RUPHUS

Manmade

(KARISMA RECORDS)

Het zesde en laatste studio abum van het Noorse jazzrock gezelschap Ruphus verscheen in 1979. Na hun vorige album stapten maar liefst drie originele leden op. Wat onmogelijk leek lukte eindelijk toch en de nieuwe bezetting dook de studio in. Zangeres Gudny Aspaas sloot zich voor een derde keer bij de groep aan.

Het in Engeland opgenomen Manmade maakt gebruik van producers Steve O’Donnell (zijn soulinvloed is duidelijk te horen op opener Clear View) en Colin Horton-Jennings (ex-The Greatest Show On Earth). Het album werd goed onthaald en zorgde voor een uitgebreide tournee doorheen Europa. Laten we duidelijk stellen dat Ruphus een zeer toegankelijke vorm van jazzrock aflevert dat misschien zelfs als een stille voorbode voor het latere acidjazz kan worden gezien.

Ondanks de nummers vakkundig in elkaar gesleuteld zijn blijven ze helaas niet hangen, is er niet echt een melodie te bespeuren en wordt dit ook niet door knappe technische hoogstandjes gecompenseerd. Gudny’s hoge stem doet me in Dear Friend aan gelijksoortige muziek uit Japan denken (die heer en meester zijn in dit genre!), terwijl gitaar en toetsen de zacht kabbelende baslijnen opvolgen. Het opvallendste nummer op dit album is zonder twijfel het Zuid-Amerikaans beïnvloede When The Tide Comes In dat ergens in de lijn ligt van het solo debuut van Al Di Meola.

Net als de vijf vorige albums werd ook deze zwanenzang geremasterd door Jacob Holm-Lupo. Leuke muziek voor in de achtergrond terwijl je met je bezoek aan de drank en hapjes zit.

© John Bobo Bollenberg

verscheen eerder in iO Pages 171